8
Informatie
Concentreren of verdelen?
Ranglijsten met beste ziekenhuizen in Elsevier en het AD, websites als kiesbeter.nl, dr-yep.nl: ze liegen er niet
om. De kwaliteit van zorg wordt steeds beter in de gaten gehouden en u als (ouder van een) patiënt heeft steeds
meer te kiezen. Althans, zo wordt het in de media voorgespiegeld. Dat die vlieger alleen opgaat voor veel
voorkomende ziekten, wordt er niet bij gezegd. En hoe valt er meer te kiezen, terwijl de zorg steeds verder
geconcentreerd wordt? Wat betekent die concentratie van zorg voor stofwisselingsziekten? Bosch:
De hele metabole toekomst is nog niet duidelijk.’
Veranderingen in de kindergeneeskunde
Een voorbeeld van een andere groep
ziekten op de kinderleeftijd: In het art-
senvakblad Medisch Contact van sep-
tember 2010 wordt bericht dat de
behandelaars, verenigd in Stichting
Kinderoncologie Nederland (SKION)
met instemming van de patiëntenver-
eniging besloten hebben om één na-
tionaal kinderoncologisch centrum
(
NKOC) op te richten dat fungeert
als een zelfstandig ziekenhuis, maar
dan alleen voor kinderkanker. Jaar-
lijks worden er 530 nieuwe gevallen
van kinderkanker vastgesteld. Vol-
gens de NKOC zal zo ieder kind de
best mogelijke diagnostiek en zorg
krijgen en wordt de kans op ziekte of
sterfte als gevolg van de behandeling
geminimaliseerd. Nieuwe behande-
lingen kunnen sneller worden toege-
past, de kosten van trials zijn lager en
de kwaliteit van datamanagement is
hoger. De implementatie van behan-
delprotocollen kan efficiënter en vei-
liger op één locatie. Daarentegen pleit
de NFU (Nederlandse Federatie van
Universitair Medische Centra) voor
twee oncologische expertisecentra,
gevestigd in academische kinderzie-
kenhuizen. Net als de NFU, vindt ook
prof. Hans van Goudoever, hoofd
kindergeneeskunde van het AMC en
VUMC, dat de behandeling en com-
plicaties die kunnen optreden bij kin-
deren met kanker, de hele kinderge-
neeskunde kunnen beslaan. ‘Je hebt
kruisbestuiving nodig van andere
specialismen, zoals longziekten, ic en
cardiologie. Als je buiten een UMC
een klein ziekenhuis opricht dat zich
op één ziekte/groep van ziekten richt,
kun je geen topzorg leveren, behalve
voor de gespecialiseerde ziekte. Kin-
deren bestaan niet uit één ziekte, ze
kunnen van alles hebben.’
Zou de uitwerking van kwaliteit en
concentratie ook effect hebben op
stofwisselingziekten?
Amsterdam wordt groot
Van Goudoever is sinds 1 juni 2010
aangesteld als hoofd kindergenees-
kunde van het AMC en VUMC. Hij
was gevraagd om het hoofd van het
AMC op te volgen en gaf aan dat al-
leen te willen als dat samen met het
VUMC kon. Van Goudoever: ‘Er zit
beweging in de kindergeneeskunde en
we gaan inzien dat er veel kleine eiland-
jes zijn. Concentratie van kindergenees-
kunde is gewenst. Mijn doel is om die
geïntegreerde kindergeneeskunde in
Amsterdam te bewerkstelligen. Die
samenwerking heeft voordelen voor
de patiënten en het onderwijs.’ Geza-
menlijk hebben AMC en VUMC de
grootste afdeling kindergeneeskunde
van Nederland en één van de groot-
ste in Europa. ‘Hoe meer patiënten we
zien, hoe meer expertise we kunnen
opbouwen.’ In de komende vijf jaar
hoopt Van Goudoever de specialismen
over het AMC en het VUMC te ver-
delen, hoewel sommige specialismen,
zoals de algemene kindergeneeskunde,
EHBO en kinder- en neonatologie
intensive care in beide centra aanwezig
zullen blijven. Het wordt nog een hele
klus om te bekijken welke specialis-
men samen kunnen en welke experts
nodig zijn op één plek. Ook moet er
voldoende plek zijn in dat centrum.
Diagnostiek voor stofwisselingsziek-
ten kan bijvoorbeeld ook in één van
de twee centra’, zegt Van Goudoever.
Concentratie al begonnen
Die concentratie van de kinderge-
neeskunde, ook voor stofwisselings-
ziekten, is al in de praktijk te zien.
Vanaf 1 januari 2011 is de afdeling
metabole ziekten in het LUMC in
Leiden opgeheven. Van Goudoever
vindt dit in het kader van de concen-
tratie niet zo erg. Omdat Leiden tus-
sen Amsterdam en Rotterdam in zit,
denkt hij dat veel ouders niet veel
extra reistijd zullen krijgen. Carolien
Boelen, kinderarts metabole ziekten
in het LUMC, ziet dat anders. ‘Door
het sluiten van de afdeling metabole
prof. Hans van Goudoever