Februari 2012
18
Doorverwijzing:
Bij eetproblemen overwegen doorverwijzing naar psycholoog voor verdere begeleiding.
Gewicht
Problemen:
Risico op overgewicht als gevolg van afwijkend eetpatroon.
Methode:
gewicht meten bij poliklinische controle.
Beleid:
Bij onder- of overgewicht begeleiding door diëtist intensiveren.
Laboratorium onderzoek
Methode:
Bij ziekte of acute klachten: CK en glucose controleren. Het CK en glucose bij (acute)opname,
meerdere malen per dag controleren.
Globaal één keer per jaar: CK, ureum, creatinine, totaal carnitine.
Bepaling van vitamine A, D, E, K: op indicatie.
Noodprotocol en operatieve ingrepen
Opstellen individueel noodprotocol voor de patiënt.
Jaarlijks aanpassen naar actuele situatie.
Indicatie voor noodprotocol: bij ziek zijn waarbij braken, hypoglycemie, slechte orale intake of
dehydratie, verminderd bewustzijn en bij operatieve ingrepen.
Beleid:
Controle bloedglucose (streven naar laag/normale serum glucosewaarden: 6-9 mmol/L), CK
(
kan normaal zijn bij presentatie maar in de eerste 24-48 uur doorstijgen. let op:
rhabdomyolyse kan optreden zonder hypoglycemie.) en bloedgas.
Glucose intraveneus.
Bij aanhoudend laag glucose en/of onvoldoende verbetering kliniek, glucose dosering
ophogen.
Het geven van carnitine is niet geïndiceerd daar dit de symptomen tijdens de acute situatie
kan verergeren. Carnitine wordt in principe alleen gegeven als de spiegel laag is.
ECG en X-thorax in verband met kans op ritmestoornissen en cardiomyopathie.
Operatieve ingrepen:
Pre-operatief:
-
Adequaat glucose infuus (4-5 mg/kg/min).
-
Voorkomen van stress d.m.v. premedicatie (benzodiazepine).
Per-operatief:
-
Waarborgen glucose intake (infuus).
-
Controleren CK en glucose.
Post-operatief:
-
Katabolisme voorkomen.
-
Voorkomen van stress door adequate pijnstilling.
-
Controleren CK en glucose.
Anesthesie: Vermijden gasanesthetica indien mogelijk. Vermijd lange keten vetzuur bevattende
anesthesie (propofol en etomidate).
Cognitieve ontwikkeling
Bij verminderd cognitief functioneren overleg met eigen huisarts. Eventueel doorverwijzen naar
psycholoog of maatschappelijk werk voor begeleiding en ondersteuning.