Oktober 2012
13
Anticonceptie
Het is belangrijk om patiënten met ASLD goed te informeren over de consequenties van de ziekte
op een zwangerschap en bevalling. Een geplande conceptie heeft de voorkeur boven een
ongeplande zwangerschap zodat de begeleiding en voorbereiding optimaal kunnen verlopen. Het
bespreekbaar maken van anticonceptie en gezinsplanning wordt daarom in een tijdig stadium
aangeraden.
Levertransplantatie
Levertransplantatie heeft de afgelopen jaren een steeds belangrijkere rol ingenomen in de
behandeling van ureumcyclusdefecten. Na een transplantatie verbetert de kwaliteit van leven
doordat medicatiegebruik en dieet kan worden gestaakt of verminderd, daarnaast leidt het tot
vermindering van ziekenhuisopnames. Er wordt geen verbetering gezien op het gebied van al
bestaande neurologische schade. Na de transplantatie zullen immunosuppressiva worden gestart en
langdurige follow-up is geïndiceerd.
Bij patiënten met ASLD blijven na transplantatie arginine- en NO-deficiëntie en verhoogde ASA-
waarden aanwezig, abnormaliteiten die bijdragen aan de lange termijn complicaties.
Levertransplantatie wordt daarom bij patiënten met ASLD alleen overwogen bij herhaaldelijk
optreden van metabole ontregelen ondanks behandeling of bij levercirrose met decompensatie. Bij
al bestaande ernstige neurologische schade staat de rol van transplantatie ter discussie.
Met het verbeteren van de transplantatietechniek neemt de 5-jaars overlevingskans toe tot bijna
90%
bij kinderen met een UCD (Morioka et al., 2005;Saudubray et al., 2011).
Complicaties
Neurologische problemen
Neurologische uitkomst is bij patiënten met ureumcyclusdefecten is vaak afhankelijk van zowel de
leeftijd van presentatie, de hoogte van de ammoniakconcentratie, de duur van het coma en de
mate van enzymdeficiëntie. Met name de cognitie en motoriek zijn vaak aangedaan. Daarnaast
kunnen tekenen van cerebral palsy, metabolic stroke, epilepsie of corticale blindheid worden
gezien (Enns, 2008;Kido et al., 2011). Bij patiënten met ASLD die een behandeling volgen met
arginine-suppletie en een eiwit beperkt dieet is het risico op een metabole ontregeling laag. Toch
worden bij hen, ondanks goede ammoniak waarden, in vergelijking met andere patiënten met UCD
vaker neurologische problemen gezien: ADHD, ontwikkelingsachterstand, epilepsie en
leerproblemen (Tuchman et al., 2008). Dit wordt veroorzaakt door de verhoogde ASA-waarden,
mogelijk in combinatie met een tekort aan arginine en NO-productie (Erez et al., 2011).
Niveau 2
De overlevingskans bij patiënten met een UCD is hoger na lever transplantatie in vergelijking tot
de groep zonder levertransplantatie (p=0.06) met een 10-jaars overleving van 94.1% vs 81.5%.
Na transplantatie had 91% van de patiënten (40/44) geen medicatie of dieet voor zijn UCD
nodig.
(
Kido et al., 2011)
Niveau 3
Hyperammoniëmie leidt tot toename van glutamine in astrocyten waardoor hersenoedeem,
gestoorde groei van neurieten, defecten in zenuwcel migratie of hypomyelinisatie en celdood.
Dit kan leiden tot hersenweefsel atrofie, ventrikel vergroting, demyelinisatie of grijze en wit te
stof hypodensiteit.
(
Bireley et al., 2012;Braissant, 2010)
Niveau 3
Er is een duidelijke relatie tussen de hoogte van de ammoniak-piek gedurende de eerste
presentatie en de cognitieve ontwikkeling. Onderzoek onder 151 patiënten met UCD laat
mentale retardatie zien bij 14% van de patiënten met een piek ammoniak concentratie tussen
de 60-180 μmol/l en bij 51% van patiënten met een concentratie > 360 μmol/l.
(
Kido et al., 2011)