Oktober 2012
14
Leverafwijkingen
Patiënten met ASLD hebben een verhoogde kans op leverproblemen. Het spectrum varieert van
hepatomegalie, elevatie van leverenzymen tot ernstige leverfibrose. Leverproblemen worden ook
gezien bij patiënten zonder significante hyperammoniëmie en met een eiwitbeperkt dieet en
arginine suppletie. Histologisch worden gezwollen bleke hepatocyten, overvloed aan glycogeen en
gegeneraliseerde fibrose gevonden (Erez et al., 2011).
Hypertensie
Systemische hypertensie is recent gezien bij enkele patiënten met ASLD. Een secundaire oorzaak
voor hypertensie ontbreekt waardoor het een directe complicatie lijkt van het tekort aan ASL.
Onderzoek in muizen laat zien dat het tekort aan NO-productie endotheel dysfunctie veroorzaakt
en dus een rol kan spelen in het ontstaan van hypertensie. Ook bij onderzoek in twee patiënten
met ASLD werd endotheel dysfunctie en beperkte flow-gemedieerde dilatatie van de brachiale
arterie gezien, een kenmerk dat klassiek is voor deficiëntie van NO productie van het vasculaire
endotheel (Nagamani et al., 2012b). Bij slecht te behandelen hypertensie zou daarom NO-suppletie
een belangrijke behandeloptie kunnen zijn. Meer onderzoek hiernaar is nodig (Nagamani et al.,
2012
a).
Voedingsproblemen
Voedingsproblemen worden vaak gezien bij patiënten met ureumcyclusdefecten. Groeiachterstand
en osteoporose kunnen ontstaan ten gevolge van voedingstekorten of anorexie.
Voedingsproblemen zijn het gevolg van diverse factoren: aversie tegen de eiwitarme producten,
het aminozuurpreparaat of na (tijdelijke) sondevoeding, bijwerking van diverse medicijnen, door
neurologische schade of door negatieve effecten van verhoogde metabolieten. Bij kinderen is
(
aanvullende) sondevoeding soms geïndiceerd en het wordt bij jonge kinderen zelfs aanbevolen.
Daarnaast moet orale voeding wel worden aangemoedigd om voedselaversie te voorkomen
(
Carbasius Weber et al., 2011b).
In de hoofdstukken begeleiding ‘kinderen’ en ‘volwassenen’ wordt verder ingegaan op de
complicaties.
Niveau 3
Retrospectief onderzoek onder 217 kinderen met een late presentatie van UCD liet matig tot
ernstige neurologische beperkingen zien bij 43% van de patiënten. Cross-sectioneel onderzoek
laat zien dat patiënten met ASLD significant meer beperkingen en neurologische afwijkingen
hebben in vergelijk tot patiënten met ornithine transcarbamylase (OTC).
(
Enns, 2008;Tuchman et al., 2008)
Niveau 3
Niet-vergelijkend onderzoek onder 17 patiënten met ASLD die doormiddel van de
hielprikscreening vroeg waren gediagnosticeerd en behandeld laat een uitkomst zien met een
hoog/normaal IQ bij 65% (n=11) en een milde intellectuele achterstand in 1 patiënt. EEG
afwijkingen werden gevonden bij 4 patiënten.
(
Mercimek-Mahmutoglu et al., 2010)
Niveau 4
Systemische hypertensie is beschreven in patiënten met ASLD alhoewel het in enkele lange
follow-up studies niet wordt gezien. Bij muizen met ASLD wordt ook hypertensie gezien.
(
Brunetti-Pierri et al., 2009;Erez et al., 2011;Nagamani et al., 2012b)
Niveau 4
Een 16-jarige jongen met ASLD en slecht te controleren hypertensie sinds 10 jaar presenteerde
zich met een hypertensieve crisis. Behandeling met NOS-onafhankelijke NO-donor resulteerde
in het normaliseren van zijn bloeddruk waarna de andere antihypertensiva gestaakt konden
worden.
(
Nagamani et al., 2012b)