December 2011
28
Laboratorium uitslagen:
Methode: Bespreken van laboratorium uitslagen en bespreken van de effecten en gevolgen
van het dieet op deze uitslagen.
Beleid: Adviezen geven met betrekking tot eventuele dieetaanpassingen.
Noodprotocol:
Methode: Uitleg geven over het noodprotocol en het gebruik hiervan.
Beleid: Maken van op het individu gericht noodprotocol.
Psychosociale kwesties:
Methode: Vragen naar problemen bij de omgang met het dieet.
Beleid: Geven van adviezen met betrekking tot de omgang met het dieet.
4.5
Overige betrokken zorgverleners
Huisarts
De behandeling van GSD 1 vindt primair plaats in een Universitair Medisch Centrum.
De huisarts kan ondersteuning en begeleiding bieden aan patiënten:
Bij alledaagse lichamelijke klachten en psychosociale problematiek.
Bij de eerste beoordeling van acute problemen.
De huisarts wordt jaarlijks op de hoogte gebracht over de huidige omstandigheden met
betrekking tot de algehele gezondheid en GSD 1 door de internist.
De huisarts kan informatie inwinnen bij de internist als er klachten zijn dit mogelijk verband
kunnen houden met GSD 1.
De huisarts informeert de internist bij diagnose van andere ziektebeelden en grote
beleidswijzigingen die mogelijk van invloed kunnen zijn op GSD 1.
Internist in een niet academisch ziekenhuis
De behandeling van GSD 1 vindt primair plaats in een Universitair Medisch Centrum.
De internist in een algemeen ziekenhuis heeft een directe rol in de behandeling van:
Acute situaties met betrekking tot GSD 1. Behandeling vindt dan plaats volgens het
noodprotocol en in overleg met de behandelend internist metabole ziekten.
Acute situatie en klachten die niet gerelateerd zijn aan GSD 1.
De informatieoverdracht tussen de hoofdbehandelaar en algemeen internist is als volgt:
De hoofdbehandelaar informeert de algemeen internist over de voorgeschiedenis, het
ziektebeeld en de actuele gezondheidstoestand.
De hoofdbehandelaar zorgt voor een jaarlijkse overdracht over de huidige omstandigheden
met betrekking tot de algehele gezondheid en GSD 1.
De hoofdbehandelaar zorgt er voor dat de algemeen internist op de hoogte is van het
actueel noodprotocol.
De algemeen internist stelt de hoofdbehandelaar op de hoogte bij opname en informeert na
ontslag over het beloop en bevindingen tijdens de opname.
Andere specialisten binnen het academisch ziekenhuis
Indien de patiënt door een ander specialist in het academisch ziekenhuis wordt opgenomen
wordt hij hierover door de betreffende arts of door de patiënt op de hoogte gesteld.
De internist metabole ziekten is tijdens deze opname op de achtergrond betrokken voor advies
over eventuele effecten van diagnostiek en behandeling op GSD 1.
De betreffende specialist rapporteert na ontslag over het beloop en de bevindingen tijdens
opname aan de internist.