Mei 2012
6
2
Isovaleriaanacidurie
Isovaleriaanacidurie (IVA OMIM #243500) is een zeldzame erfelijke stoornis veroorzaakt door een
deficiëntie van het enzym isovaleryl-CoA hydrogenase (IVD, EC 1.3.99.10). IVD is verantwoordelijk
voor de derde stap van leucine afbraak; de omzetting van isovaleryl-CoA in 3-methylcrotonyl-CoA.
IVA is een van de klassieke organoacidurieën, de overerving is autosomaal recessief.
Een defect van het IVD enzym resulteert in accumulatie van derivaten van isovaleryl-CoA.
Biochemisch wordt dit gekenmerkt door verhoogde plasma en urine waarden van
isovaleriaanglycine, 3-OH isovaleriaanzuur en isovalerylcarnitine (Saudubray et al., 2011).
Er zijn verschillende vormen te onderscheiden waarin de ziekte zich kan presenteren: een ernstige
neonatale vorm, een intermitterende vorm en een chronische progressieve vorm. De ernst kan
variëren van zeer beperkte klachten tot frequente levensbedreigende metabole ontregelingen
resulterend in ernstige neurologische en andere orgaanschade. Sinds 2007 worden in Nederland
alle pasgeborenen gescreend op IVA door middel van de hielprik. Hierdoor doen de later
optredende vormen zich bijna niet meer voor. Vroege diagnose en het opvolgen van de
therapeutische interventies vermindert neonatale mortaliteit en verbetert de neurologische en
cognitieve uitkomst voor de meerderheid van de kinderen met IVA (Grunert et al., 2012).
De behandeling van IVA bestaat uit een natuurlijk eiwitbeperkt dieet, zo nodig aangevuld met een
specifiek aminozuurpreparaat, carnitine en glycine suppletie en een noodprotocol voor katabole
situaties.
De prevalentie van IVA wordt geschat op 1 op 70.000 (variërend van 1:62.000 in Duitsland tot
1:360.00
in Italië) (Ensenauer et al., 2011).
2.1
Presentatie
Hielprikscreening
Acylcarnitine analyse door tandem massa spectrometrie.
Afwijkend indien isovalerylcarnitine + methylbutyrylcarnitine (C5) ≥ 0.1 μmol/L.
Secundaire marker isovalerylcarnitine + methylbutyrylcarnitine/Acetylcarnitine (C5/C2) ≥ 0.06
μmol/L.
Ten tijde van de hielprikscreening zijn sommige patiënten al symptomatisch. (Grunert et al., 2012).
Er is dan sprake van de ernstige neonatale vorm.
Middels de hielprikscreening worden ook patiënten met een milde IVA gedetecteerd waarvan
onduidelijk is of zij zich ooit symptomatisch zouden hebben gepresenteerd.
Symptomen bij presentatie van ongescreende patiënten:
Hielprik
Symptomen
Isovaleriaan-
acidurie
Aanvullend
onderzoek
Dieet
Kinderen
Volwassenen
Presentatie
Diagnostiek
Behandeling
Begeleiding
Medicatie
Noodprotocol