Mei 2012
28
Poliklinische controles:
Globaal vindt één keer per jaar poliklinische controle plaats. De frequentie is mede
afhankelijk van de problematiek en omstandigheden van de patiënt.
Als er tussen de controles nog vragen zijn met betrekking tot het dieet kan telefonisch of (in
de meeste centra) via email contact worden opgenomen met de diëtist.
Dieet
Methode:
Anamnese over eventuele problemen met het dieet.
Beoordelen van volwaardigheid van het dieet.
Beleid:
Geven van informatie met betrekking tot het ziektebeeld en het dieet.
Begeleiden van de patiënt bij het volgen van het dieet.
Aanpassen van dieet aan eventuele veranderingen (b.v. gewichtsveranderingen).
Aanpassen van de dieetsamenstelling bij onvolwaardig dieet en adviseren over eventuele
toepassing van voedingsmiddelen, dieetpreparaten en/of supplementen.
Overige aandachtspunten
Voedingstoestand:
Probleem: Gewichtsproblemen als gevolg van afwijkend voedingspatroon.
Methode: Beoordelen van voedingstoestand.
Beleid: Bij afwijkende voedingstoestand dieet hierop aanpassen. Bij wens tot
gewichtsverlies; gedoseerd afvallen onder begeleiding.
Laboratorium uitslagen:
Methode: Bespreken van laboratorium uitslagen mbt het dieet en bespreken van de effecten
en gevolgen van het dieet op deze uitslagen.
Beleid: Adviezen geven met betrekking tot eventuele dieetaanpassingen.
Voedingsstatus:
Methode: Beoordelen van volledigheid van het dieet.
Beleid: Aanpassen van de dieetsamenstelling bij onvolwaardig dieet en adviseren over
eventuele toepassing van voedingsmiddelen, dieetpreparaten en/of supplementen.
Noodprotocol:
Methode: Uitleg geven over het dieetgedeelte van het noodprotocol.
Beleid: Bijstellen van het noodprotocol bij veranderingen.
Psychosociale kwesties:
Methode: Vragen naar problemen bij de omgang met het dieet.
Beleid: Geven van adviezen met betrekking tot de omgang met het dieet.
4.5
Overige betrokken zorgverleners
Huisarts
De behandeling van MMA vindt primair plaats in een Universitair Medisch Centrum.
De huisarts kan ondersteuning en begeleiding bieden aan patiënten:
Bij alledaagse lichamelijke klachten en psychosociale problematiek.
Bij de eerste beoordeling van acute problemen, zoals ziek zijn en infecties.
De huisarts wordt jaarlijks op de hoogte gebracht over de huidige omstandigheden met
betrekking tot de algehele gezondheid en MMA door de internist.
De huisarts kan informatie inwinnen bij de internist (of het expertise centrum) als er klachten
zijn die mogelijk verband kunnen houden met MMA.