Neurodegeneratieve stofwisselingsziekten
Neurodegeneratieve stofwisselingsziekten zijn zeldzame, meestal autosomaal-recessief erfelijke aandoeningen.
Door een genmutatie is een bepaald enzym van de stofwisselingsroute, die in de lichaamscellen aanwezig is,
afwijkend (onvoldoende activiteit) of ze ontbreekt. In diverse organen worden afwijkende metabolieten gevormd.
Er zijn zeer veel, circa 600, verschillende stofwisselingsziekten beschreven. Niet alle stofwisselingsziekten hebben
neurodegeneratieve gevolgen. Meestal zijn meerdere organen en lichaamsfuncties aangedaan; dit hangt af van de
werking van het ontbrekende enzym en het ontstaan van een afwijkende metaboliet. Door vroegtijdige opsporing en
behandeling kan bij een aantal aandoeningen het beloop worden beïnvloed, bijvoorbeeld door hersenschade te
beperken.
In deze brochure wordt een selectie van aandoeningen met een neurodegeneratief karakter besproken
(
zie Bijlageboekje Tabel 1-4).
Het verdient aanbeveling om eerst één van de tabellen te raadplegen over de aandoening die uw belang-
stelling heeft. In het hoofdstuk Symptomen zijn de meest voorkomende symptomen kort beschreven;
met behulp van de tabel kunnen de relevante onderwerpen die bij de betreffende aandoening van
toepassing zijn vervolgens gericht in dit hoofdstuk worden nagelezen.
De prevalentie- en incidentiecijfers zijn niet voor alle aandoeningen precies bekend. Het aantal patiënten per aan-
doening is zeer klein. Zo worden er in Nederland per jaar ongeveer 4 kinderen met het syndroom van Sanfilippo ge-
boren. Dit syndroomtype komt van de aandoeningen in de groep van mucopolysaccharidosen (MPS) het meeste voor.
Afhankelijk van de biochemische rol van het ontbrekende enzym, kan een indeling worden gemaakt in 4 groepen:
-
lysosomale stapelingsziekten (zie bijlageboekje Tabel 1, pagina 1);
-
mitochondriële aandoeningen (zie bijlageboekje Tabel 2, pagina 9);
-
aminozuurstofwisselingsziekten (zie bijlageboekje Tabel 3, pagina 12);
-
overige stofwisselingsziekten (zie bijlageboekje Tabel 4, pagina 15).
Klinisch kenmerkend voor deze neurodegeneratieve aandoeningen is het achterblijven in de ontwikkeling (met
name mentale retardatie) met uiteindelijk zelfs verlies van eerder verworven vaardigheden. Andere neurologische
symptomen ten gevolge van de hersenschade kunnen zijn: epilepsie en bewegingsstoornissen. Ook gehoor- en/of
visusstoornissen kunnen een gevolg zijn. Daarnaast komen symptomen in andere organen voor, bijvoorbeeld:
skeletafwijkingen en vergroting van de lever of de milt (door stapeling van de metabolieten). Bewegingsbeperking
kan optreden door veranderingen in bot en kraakbeen. Ademhalingsinsufficiëntie kan o.a. ontstaan door aantasting
van de normale functie van bindweefsel van de longen of door spierschade (bij glycogeenstapeling of bij mitochon-
driële afwijkingen).
Bij de geboorte zijn er meestal geen of weinig symptomen. Afhankelijk van de aandoening worden de symptomen in
het eerste levensjaar of op de (vroege) kinderleeftijd duidelijk. Bij milde varianten van sommige aandoeningen komen
latere aanvangsleeftijden voor. Het beloop is vrijwel altijd progressief (snel of langzaam). De hersenen en andere
organen raken steeds meer beschadigd; de cognitieve en lichamelijke functies nemen af. Het tempo van de progressie
hangt af van de specifieke aandoening en de mate waarin de (biochemische) processen kunnen worden bijgestuurd.
De behandelingsmogelijkheden voor verschijnselen van het centraal zenuwstelsel zijn zeer beperkt. Een curatieve
behandeling is voor geen enkele stofwisselingsziekte mogelijk. De therapie is daarommeestal symptomatisch.
Sommige aandoeningen (de aminoacidopathieën en de ureumcyclusdefecten) kunnen worden behandeld met
een strikt dieet. Vorming van specifieke metabolieten wordt zodoende via een omweg voorkomen.
1
Neurodegeneratieve stofwisselingsziekten