4
Neurodegeneratieve stofwisselingsziekten
Algemeen
Grote diversiteit aan metabole ziekten: heterogene
ziektebeelden
Er zijn ruim 600 verschillende stofwisse-
lingsziekten. Per jaar wordt bij ongeveer 800 patiënten
een diagnose gesteld. Van de meeste aandoeningen
komen er jaarlijks 1-2 patiënten bij. Van een aantal
aandoeningen ligt de incidentie enkele malen hoger,
andere aandoeningen worden slechts éénmaal in de
5-10
jaar vastgesteld.
Eerste symptomen
Het kind is bij de geboorte meestal
normaal. Door de neonatale screening kan bij sommige
aandoeningen vroegtijdig worden gestart met de behan-
deling en treden symptomen daarom niet op. Enkele
symptomen (laag geboortegewicht, hartafwijkingen)
ontstaan al voor de geboorte. De eerste symptomen van
de meeste
onbehandelde
neurodegeneratieve stofwisse-
lingsziekten zijn subtiel en aspecifiek.
Het
achterblijven in de aanvankelijk normale cognitieve
en motorische ontwikkeling
wordt meestal langzaam
duidelijk. Bij sommige aandoeningen komen andere,
aspecifieke symptomen voor, zoals:
afwijkende lengte-
groei/ kleine gestalte, ‘failure-to-thrive’/ groeiachter-
stand, hypotonie, overbeweeglijkheid van de gewrichten,
liesbreuken en psychiatrische verschijnselen.
Zogenaamde
acoustic startles’
(
karakteristieke abnor-
maal sterke lichamelijke schrikreactie op geluid) en
slechtziendheid
kunnen optreden.
Enkele aspecifieke symptomen komen soms voor in de
groep van lysosomale stapelingsziekten en zijn dan
kenmerkend:
afwijkende schedelvorm
(
groot hoofd),
navel- of liesbreuken, recidiverende KNO-klachten,
luchtweginfecties, vergrote lever en/of milt, ‘trigger-
fingers’
(
onvermogen om de vinger(s) te strekken)
en/of een
kyfose
.
Bij de groep mitochondriële ziekten is er soms al in een
vroeg stadium sprake van
spierzwakte, voedingspro-
blemen
en/of
(
therapieresistente) epilepsie
.
Aminozuurstofwisselingsziekten presenteren zich
meer acuut:
bewustzijnsverlaging of coma
als gevolg
van acidose of hyperammonemie.
Vroegtijdig overlijden
De levensverwachting varieert en
is bij een aantal aandoeningen (ernstig) verkort, bijvoor-
beeld bij de ziekte van Tays-Sachs, de ziekte van
Sandhoff, metachromatische leukodystrofie (MLD), de
ziekte van Krabbe en het syndroom van Alpers. Sommige
kinderen overlijden in het eerste of tweede levensjaar.
Andere kinderen bereiken de (jong-)volwassen leeftijd. De
meest voorkomende oorzaak is een aspiratiepneumonie.
Ook hartproblemen kunnen een oorzaak van vroegtijdig
overlijden zijn. Bij enkele ziekten ontstaat door de neuro-
degeneratie een vegetatieve eindsituatie. Er kan in deze
situaties bij de wens tot behoud van kwaliteit van leven
een wens tot levensbeëindiging bestaan (zie
Aandachts-
punten voor de huisarts
).
Neurologische problematiek
Ontwikkelingachterstand
Bij onbehandelde jonge
kinderen is er in eerste instantie altijd sprake van een
vertraagde ontwikkeling. Bij een progressieve ziekte
stopt de ontwikkeling op een bepaald moment en kan de
ontwikkeling soms zelfs teruggang naar jongere niveaus
vertonen.
Mentale retardatie en verlies van (cognitieve) vaardig-
heden
Wanneer bij het oudere kind de ontwikkelings-
leeftijd kan worden getest, spreekt men bij een vastge-
stelde cognitieve achterstand van
mentale retardatie
.
Bij veel neurodegeneratieve stofwisselingsziekten gaat
de aanvankelijk vertraagde cognitieve ontwikkeling
uiteindelijk zelfs achteruit.
Anders dan bij andere aangeboren verstandelijke
handicaps kan na deze
knik in de ontwikkeling
,
een beeld
ontstaan dat lijkt op
dementie
.
Secundaire problematiek
Bij het geretardeerde
dan wel dementiële beeld komen secundair andere
problemen voor:
bewegingsonrust
(
hyperactiviteit),
gedragsproblemen
(
angsten, agressiviteit, niet (meer)
waarnemen van gevaar),
slaapproblemen
(
niet door-
slapen is kenmerkend voor MPS III (Sanfilippo-
syndroom )),
verliezen van eerdere vaardigheden
(
zoals
zindelijkheid
en
spraak
)
etc.
S
YMPTOMEN
In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende symptomen kort beschreven. Welke onderwerpen bij de diverse
aandoeningen van toepassing zijn, kan met behulp van de Tabel 1-4 worden nagezocht (zie het
Bijlagenboekje
).
Dit
maakt het gericht lezen van de onderstaande informatie mogelijk.
Bij de hieronder beschreven symptomen
dienen de genoemde aandoeningen als voorbeeld.
In Tabel 1-4 wordt per groep, respectievelijk lysosomale stapelingsziekten, mitochondriële aandoeningen,
aminozuurstofwisselingsziekten en een vierde groep overige aandoeningen, beknopte informatie gegeven. Deze
lijsten met aandoeningen zijn niet volledig, daarvoor is het aantal stofwisselingsziekten te omvangrijk en de klinische
beschrijvingen in de literatuur op een aantal punten te wisselend.
Uitgebreidere ziektespecifieke informatie en links staan op de website van de patiëntenvereniging VKS (zie
Consultatie
en verwijzing
).