25
Ingezonden
nog steeds “een gewone reactie op
een ongewone situatie”. Rouwarbeid
kent geen vastgestelde tijd, geen vast
programma of verloop. Elkaar daarin
vrij laten, elkaar daarin de ruimte
laten, het klinkt zo als een open deur,
maar ik kan het niet laten dit te
benadrukken. Immers: te vaak hoor ik
dat er gezegd, vooral verzucht, wordt:
Men vind dat het na een jaar maar
eens over moet zijn”.
Rouwen: soms één pas vooruit,
soms twee, maar dan ineens een
onverwachte pas zijwaarts, een wankel
evenwicht, een val. En niemand weet
waarom, waneer, hoe lang, hoe vaak
(
nog)? Over rouw is nog veel meer te
zeggen, zijn vele boeken geschreven.
Voor wie wil: via internet (rouwpagina,
kind en verlies, enz.) is heel veel te le-
zen. Tal van facetten die met afscheid
nemen en met rouw van doen hebben,
passeren daar de revue. U zult daar
dingen vinden waarvan u zegt: “Dat is
mooi, daar kan en wil ik, in mijn situatie
iets mee”. Maar evenzeer zult u er vast
ook zaken tegenkomen waarvan u denkt:
Dat is helemaal niets voor mij …”
Wat u ervan vindt: u kunt er, in alle
vrijheid en eigen verantwoordelijkheid
mee doen wat u goeddunkt. Niet
omdat iets zou moeten, omdat bepaalde
dingen gewoonte of traditie zijn, maar
omdat het u kan helpen uw eigen keuzes
te maken. Passend, bij wie u bent,
passend bij de persoon, die gaat sterven
en passend bij de situatie, overtuiging,
enz., die bij u samen en al uw dierbaren
van dat moment past. Heel veel sterkte,
wijsheid en vertrouwen gewenst.
Theo Bos, Contactpersoon NCL- dia-
gnosegroep. Pastoraal werker/geestelijk
verzorger in instellingen t.b.v. mensen
met (meervoudige) beperkingen.
Een item waarover veel te zeggen en
te zwijgen valt. En soms ook over te
schrijven. Leven doen we allemaal op
onze eigen manier, sterven ook. En
nadenken daarover eveneens. Daarom
met nadruk: niets moet ten aanzien
van dit onderwerp. Ik wil graag mijn
ervaring met sterven en momenten en
vormen van afscheid nemen, met u delen.
Afscheid
Omgaan met verlies begint niet pas
als het moment van overlijden een feit
of aanstaande is. Dat begint vaak al
veel eerder: in het leren leven met
mogelijkheden die ineens, of steeds
minder, geen mogelijkheden meer blij-
ken te zijn. Dromen vallen in duigen,
wensen blijven onvervuld, verwachtin-
gen komen niet uit, enz. Zoals mensen
leven, zo rouwen ze ook meestal: een
prater wordt niet ineens een zwijger,
een doener verandert er, zeker niet op
lange termijn, door in een afwachtend
persoon.
Manu Keirse (was spreker op het VKS-
congres te Ermelo) is een man met
veel kennis en een goed gevoel voor
dit onderwerp. Hij omschrijft rouw als:
een gewone reactie op een ongewone
situatie”. Mijns inziens is dat heel juist
getypeerd: concentratieproblemen,
minder goed slapen of eten, dingen
laten vallen, het klinkt heel cliché, en
dat is het ook, maar daarom niet minder
zwaar: het hoort er gewoon allemaal
bij. En dan hoeft u niet ineens aan
uzelf te gaan twijfelen: de situatie van
dat moment, zo ongewoon, leidt ertoe
dat u zo bent, zo doet. Niets mis mee,
niets om u zorgen over te maken.
Doodmoe
En wat er veelal ook bij hoort:
vermoeidheid. Na een enerverende
tijd van zorgen, met alles wat daarbij
hoort, na een slopend ziekte- en
stervensproces en het vorm geven aan
een mooi, persoonlijk en hopelijk ook
troostend afscheid, komt gaandeweg
het gevoel van moe zijn.
Vreselijke vermoeidheid kan optreden
enkele dagenna hetmoment van afscheid.
Zo moe: dat je kan zeggen: “doodmoe”.
Letterlijk: moe van de dood. Ik hoor
nogal eens dat mensen zeggen:
Achteraf gezien ben ik te snel weer
begonnen met werken. Ik had langer
thuis moeten blijven, mezelf en mijn
omgeving meer rust moeten gunnen”.
Rouwarbeid
Keirse spreekt over rouwtaken, rouw-
arbeid als het gaat om het vorm geven
aan dit verlies, over het weer oppakken
van de draad van het leven. Anderen
spreken in dit verband vaak over fases.
Hoe dan ook: het gaat niet vanzelf
voorbij. Toeval of niet: in het woord
emotie” zitten dezelfde letters als in
het woord “moeite”. Er moet werk
worden verricht, moeite worden gedaan
om die emotie, dat intense gevoel van
verdriet, leegte of gemis een plek te
geven. Te kunnen accepteren, teneinde
verder te leven. Er wordt soms te snel
gezegd: het went, elke dag wordt het
verdriet iets minder. Ik zou willen dat
dit waar was: de realiteit blijkt weer-
barstiger te zijn: velen kennen de beleving
dat het gemis juist zwaarder valt in de
loop van de tijd. Ook zo’n ervaring:
Begeleiding tijdens de laatste fase
Nadenken over dood is nadenken over/bij leven
Op 23 september 2008 werd er een bijeenkomst gehouden voor ouders met een kind met NCL. Het thema was ‘Hoe
begeleid je je kind in de laatste fase van zijn/haar leven? Het was een heftige avond, maar ouders vonden het prettig
om ervaringen uit te wisselen. Naar aanleiding van deze bijeenkomst schreef contactpersoon van de diagnosegroep
en pastoraal werker Theo Bos een stuk over ‘de laatste fase’.
Rouw: een gewone reactie op een ongewone situatie