17
een defect in de vetzuurverbranding
op celniveau, toonde dit aan. Malika
Chegary, promoveerde op 17 juni op
de conclusies van dit onderzoek aan
de Universiteit van Amsterdam. De
grootste energiebronnen van het li-
chaam zijn suiker (glucose) en vetzu-
ren. Glucose wordt vooral gebruikt
tijdens de gevoede toestand, terwijl
vetzuren erg belangrijk zijn tijdens
vasten. Als er sprake is van een defect
in de vetzuurverbranding, kan dat ook
de verbranding van glucose in de cel
negatief beïnvloeden. De cel wordt dan
nog meer afhankelijk van de verbran-
ding van vetzuren. De onderzoekers
ontdekten in een muismodel dat het
hart afhankelijk is van continue levering
van energiepakketjes (ATP). Het hart
haalt de meeste energie uit vetzuren.
Maar langeketenvetzuren (Oleaat) zijn
juist bij muizen met de ziekte niet
beschikbaar voor verbranding. In het
geval van een metabole stress situatie,
zoals langdurig vasten, zijn de mito-
chondriën niet in staat om voldoende
ATP te maken om het
samentrekken van de hartspier te
waarborgen. Helaas is het meestal
niet mogelijk om door het vermijden
van vasten de levensbedreigende
hartziekte te voorkomen.
Het is van groot belang dat er meer
inzicht verkregen wordt in vetzuur-
verbrandingstoornissen, zodat er
behandelingsstrategieën kunnen
worden ontwikkeld die de hartziekten
in deze groep patiënten kan voorkomen
of genezen.
Bron: Proefschrift: Pathophysiology of mi-
tochondrial fatty acid oxidation – Malika
Chegary
Langeketenvetzuurstoornissen kunnen leiden tot hartfalen.
Een defect in de verbranding van
langeketenvetzuren (zoals MCAD,
VLCAD en LCHAD deficiëntie) kan
leiden tot een energietekort in het hart,
wat tot het ontstaan van hartziekten
kan leiden. Studie naar het effect van
Midden juli werd in de online-editie
van het tijdschrift Haematologica
gepubliceerd over Spaanse ervaringen
in de kliniek met substraatreductie-
therapie (SRT) met Miglustat (Za-
vesca®) voor de ziekte van Gaucher.
De onderzoekers concluderen dat ef-
fectiviteit en veiligheid van de behan-
deling met SRT, na stabilisatie met
enzymvervangingstherapie (ERT), op
langere termijn (tot 48 maanden) ver-
gelijkbaar lijkt met alleen ERT. Van de
studiepopulatie had 21% (6/28) in het
begin van de therapie maagdarmklach-
ten, die reageerden op een dieet met
weinig koolhydraten.Voor één van de
deelnemers in de studie waren de
maagdarmklachten aanleiding om te
stoppen met de behandeling. Uit een
recent overzichtsartikel naar de vei-
ligheid en bijwerkingen van Zavesca,
gepubliceerd in het tijdschrift Phar-
macoepidemiology and Drug Safety,
blijkt dat 29% van de patiënten stopt
met Zavesca. Iets meer dan de helft
stopte vanwege bijwerkingen, de an-
dere helft om andere redenen die
geen direct verband hadden met het
middel en de studie. Zavesca is het
enige geregistreerde alternatief voor
de behandeling van de symptomen
van de ziekte van Gaucher.
De resultaten van de eerste van de drie
Fase III onderzoeken met enzymver-
vangingstherapie met Velaglucerase alfa
van de firma Shire voor de ziekte van
Gaucher type 1, zijn begin augustus
bekend gemaakt. Patiënten kregen 12
maanden lang eens in de twee weken
het enzym via een infuus toegediend.
Er werden twee concentraties enzym
met elkaar vergeleken, nl. 45 U/kg en
60
U/kg lichaamsgewicht. Bij een do-
sering van 45 U/kg nam de grootte van
de lever af en verbeterde het hemo-
globinegehalte, de bloedplaatjes en de
milt. Bij een dosering van 60 U/kg li-
chaamsgewicht waren de verbeteringen
na 12 maanden behandeling nog
duidelijker. Daarnaast ondervonden
patiënten geen ernstige bijwerkingen
van velaglucerase alfa en bleek het
medicijn veilig. In de VS is een be-
handelprotocol ontwikkeld en goed-
gekeurd door de FDA. Op basis van
het protocol en wetgeving in de VS
wil Shire het product gratis beschik-
baar maken voor Gaucherpatiënten
met een arts, die volgens dit protocol
gaat behandelen.
Substraatreductietherapie en nieuwe enzymvervangingstherapie bij Gaucher
Informatie
De wetenschappelijke ontwikkelingen rondom stofwisselingsziekten gaan erg snel.
In deze rubriek houden we u op de hoogte.
Kort Wetenschapsnieuws