Informatie
17
De wetenschappelijke ontwikkelingen rondom stofwisselingsziekten gaan erg snel.
In deze rubriek houden we u op de hoogte.
Kort Wetenschapsnieuws
Zwangerschap bij galactosemiepatiënten minder zeldzaam dan gedacht
Zwangerschap bij galactosemiepa-
tiënten blijkt minder zeldzaam dan
gedacht, ondanks eierstokfalen. Inac-
tiviteit van het eierstok stimulerende
hormoon FSH door afwijkende ver-
suikering als mogelijk onderliggend
mechanisme is onderzocht, zowel bij
basaal laboratoriumonderzoek als bij
stimulatietesten in patiënten, en het
lijkt niet waarschijnlijk. Ook mannen
met galactosemie kunnen vruchtbaar-
heidsproblemen ondervinden, en zij
lijden vaker dan verwacht aan niet-
ingedaalde testikels. Verder bleken zij
een vertraagde sociale ontwikkeling
te hebben, die mogelijk bijdraagt aan
verminderd vaderschap in deze groep.
Op deze conclusies promoveerde
Cynthia Gubbels op 4 februari aan de
Universiteit van Maastricht met haar
proefschrift “On fertile grond? New
perspectives on gonadal function in
classic galactosemia”.
Klassieke galactosemie is een erfelijke
stofwisselingsziekte in de verwerking
van de complexe suiker galactose.
Vrouwen met dit ziektebeeld hebben
meestal eierstokfalen en daardoor
vruchtbaarheidsproblemen. Het is niet
precies duidelijk wanneer de schade
aan de eierstokken optreedt bij vrou-
welijke galactosemiepatiënten. Er
werden al vroeg afwijkende hormoon-
waardes gemeten bij meisjes met ga-
lactosemie. Vrouwen met galactosemie
stoppen vaak binnen zes maanden met
proberen zwanger te raken, door de
negatieve houding van de behande-
lend arts. Een deel van de vrouwen die
wel zwanger werd, hadden een maand
tot meer dan twee jaar nodig om
zwanger te raken. Mannen met galac-
tosemie hebben kleine afwijkende
hormoonwaarden, die kunnen leiden
tot vruchtbaarheidsproblemen.
Om vruchtbaarheid te vergroten kan
bij individuele patiënten overwogen
worden om met hormoon vervan-
gende therapie te starten. Voor het
verbeteren van de kans op zwanger-
schap zijn verschillende methoden
denkbaar, maar geen van deze me-
thoden is nog vol-
doende onderzocht
in galactosemiepa-
tiënten. Eierstoks-
timulatie is
mogelijk geen
goede optie voor
de meeste vrou-
wen. Mogelijk is
het invriezen van
eicellen of eierstok-
weefsel op jonge
leeftijd een optie, maar meer informa-
tie over het ontstaan en het beloop
van de eierstokproblemen is nodig.
Daarnaast zouden de bevindingen uit
deze onderzoeken gecontroleerd
moeten worden in een groter en uit-
gebreider onderzoek, zodat galactose-
miepatiënten en hun ouders beter
voorgelicht kunnen worden over de
kansen op zwangerschap en de gevol-
gen voor eventuele kinderen.
Bron: proefschrift: On fertile grond? New
perspectives on gonadal function in classic
galactosemia - Cynthia Sophia Gubbels
Bezafibraat lijkt veelbelovend medicijn voor CPT2 patiënten
Het medicijn bezafibraat is van thera-
peutische waarde bij patiënten met
CPT2 deficiëntie. Zo blijkt uit een
Frans onderzoek. Bij de zes patiënten
met een milde vorm van CPT2 defi-
ciëntie nam de restactiviteit van het
enzym, gemeten in gekweekte huid-
cellen, sterk toe. Daarnaast nam de
capaciteit van vetzuuroxidatie in
spiercellen toe. Ook verbeterde de
conditie van de patiënten; ze konden
meer lichamelijke activiteit verrichten
en hadden minder spierpijn (minder
hevig en korter van duur) en ze her-
stelden sneller. Het aantal aanvallen
van spierafbraak nam ook drastisch
af, maar verdween niet compleet. Het
medicijn bezafibraat gaf geen bijwer-
kingen. Het onderzoek liep drie jaar.
Bezafibraat is een medicijn dat al 25
jaar op de markt is voor de behande-
ling van een te hoog vetgehalte in het
bloed of een combinatie van een te
hoog vet- en een te hoog cholesterol-
gehalte. Bezafibraat stimuleert de en-
zymen die een rol spelen bij de
opslag, verwerking en verbranding
van vet. Hierdoor vermindert de hoe-
veelheid vet in het bloed. Dit medi-
cijn kan mogelijk ook andere
enzymen in de stofwisselingsroute
van de vetzuuroxidatie stimuleren. In
de spieren van de CPT2 patiënten
werd ook een toename van het
VLCAD eiwit gezien.
Verder werd er ook gekeken naar de
afwijking van de CPT2 genen. Het
bleek dat vooral de patiënten met de
twee meest voorkomende mutaties
(
S113L en P50H) het meest baat heb-
ben bij het medicijn bezafibraat. Uit
het onderzoek blijkt dat de behande-
ling niet geschikt is voor ernstige mu-
taties, waarbij geen restactiviteit van
het enzym is.
CPT2 deficiëntie is een vetzuuroxida-
tiestoornis. De meest voorkomende
klachten zijn stijfheid van de spieren,
hevige spierpijn, inspanningsintole-
rantie en spierzwakte. Door langdurig
vasten of te veel lichamelijke inspan-
ning kan spierafbraak plaatsvinden.
Daardoor worden de nieren erg be-
last en kan nierschade optreden. Op
dit moment kunnen de klachten met
een dieet en leefregels zoveel moge-
lijk beperkt worden, maar het is in
veel gevallen niet afdoende.
Momenteel wordt een Europees on-
derzoek opgezet om het middel beza-
fibraat op grotere schaal te
onderzoeken bij CPT2 patiënten.
Bron: J.P. Bonnefont et. al. Long-term
follow-up of bezafibrate treatment in
patients with the myopathic form of carni-
tine palmityoltransferase 2 deficiency.
Clinical Pharmacology & Therapeutics,
volume 88, nummer 1, juli 2010