December 2011
19
Poliklinische controle bij de diëtist
Poliklinische controles worden vaak gecombineerd met poliklinische controle bij de kinderarts. Hoe
vaak u op controle komt, hangt ook af van de individuele behoefte. Heeft u tussen de controles
door nog vragen over het dieet? Dan kunt u telefonisch of per e-mail contact opnemen met de
diëtist.
Dieet
Tijdens de controle worden eventuele knelpunten of moeilijkheden besproken. Het dieet wordt
aangepast op basis van leeftijd en gewicht, maar ook bij veranderingen in het dagelijks leven. Er
wordt ook gekeken naar de volwaardigheid van het dieet. Het zo goed mogelijk volgen van het
dieet zorgt voor een kleinere kans op acute problemen en gevolgen op de lange termijn. Ook zorgt
het voor een goede groei en ontwikkeling.
De diëtist kan u en uw kind begeleiden bij het volgen van het dieet. Ook kan hij adviezen geven
over het toepassen van het dieet. Verder doet hij aanbevelingen over toegestane en niet-
toegestane voedingsmiddelen. Voor voedingsmiddelen die niet zijn toegestaan, bedenkt hij waar
mogelijk alternatieven.
Overige aandachtspunten
Bij de controle is aandacht voor de voedingstoestand en de groei. Bij over- of ondergewicht wordt
het dieet aangepast. De diëtist geeft dieetadviezen om de hoeveelheid energie in de voeding te
verhogen (bij ondergewicht) of te verlagen (bij overgewicht). Hierbij wordt rekening gehouden met
voldoende inname van koolhydraten en de volwaardigheid van het dieet. Een achterstand in de
lengtegroei kan het gevolg zijn van een dieet dat niet optimaal is. De diëtist zal ook dan adviezen
geven over aanpassing van het dieet.
Daarnaast heeft de diëtist aandacht voor eventuele tekorten. Die kunnen ontstaan doordat
bepaalde voedingsmiddelen niet of minder mogen worden gegeten. Als er tekorten zijn van
belangrijke stoffen voor het lichaam, geeft de diëtist dieetadviezen of voedingssupplementen. Bij
mensen met GSD 1 zijn vooral voldoende calcium, vitamine B en vitamine D van groot belang. Dit
helpt voor een goede gezondheid en voor de botopbouw.
De diëtist geeft uitleg over de eerste fase van een dreigende metabole ontregeling. Op dat
moment kan een metabole ontregeling vaak worden voorkomen. Dat is mogelijk door
dieetaanpassingen, bijvoorbeeld door vaker te eten en vooral suikers als energiebron te gebruiken.
Daarnaast is belangrijk om contact op te nemen met de kinderarts en het noodprotocol te volgen.
Verder is er aandacht voor de zelfstandigheid van uw kind. Dit omdat de patiënt uiteindelijk zelf
verantwoordelijkheid moet nemen voor het dieet. Dit moment hangt af van het kind en van de
ouders. De diëtist kan ondersteuning bieden bij een geleidelijke overgang van de
verantwoordelijkheid. Dat gebeurt bijvoorbeeld door uw kind uitleg te geven over de ziekte en het
dieet. Voor ouders is het soms moeilijk om de verantwoordelijkheid uit handen te geven. Ook dat
kunt u met de diëtist bespreken.
Bovendien besteedt de diëtist aandacht aan psychosociale kwesties. Het volgen van het dieet is
soms een erg zware opgave voor de patiënt en de ouders. Vooral omdat het dieet altijd moet
worden gevolgd: het niet naleven van het dieet heeft gevolgen voor de gezondheid. U kunt
problemen met de omgang van het dieet bespreken. Ook kan de diëtist adviezen geven.