Maart 2012
18
Sociale situatie
Methode:
Anamnese van de patiënt en/of ouders ten aanzien van problemen in het dagelijks leven of
binnen het gezin.
Tijdens poliklinische controle aandacht besteden aan zaken waar een patiënt met PMM2-
CDG en/of ouders tegen aan kunnen lopen, zoals: opleiding, werk en vrije tijd, opvoeding,
omgang met een chronische ziekte, problemen binnen gezin of familie, voorlichting geven
aan derden en voorbereidingen voor vakanties.
Beleid:
Patiënt en/of ouders attenderen van de op tips en adviezen vanuit VKS.
Patiënt en/of ouders attenderen op eventuele cursussen voor omgang met chronische
ziekten, indien deze binnen het Universitair Medisch Centrum worden aangeboden.
Doorverwijzing:
Bij behoefte aan extra steun of begeleiding doorverwijzen naar maatschappelijk werk of
psycholoog voor ondersteuning.
Erfelijkheid
Beleid:
Geven van informatie over erfelijkheid van PMM2-CDG.
Doorverwijzing:
Indien behoefte aan aanvullende uitleg en bij vragen toegespitst op erfelijkheid met
betrekking tot de gezins- of familiesituatie doorverwijzen naar klinisch geneticus.
3.4
Vaste medebehandelaren: diëtist
Is geïnformeerd door de kinderarts metabole ziekten over de voorgeschiedenis, huidige
omstandigheden en eventuele problemen van de patiënt.
Methode:
Standaard begeleiding door de diëtist, intensievere begeleiding bij voedingsproblemen,
groeiachterstand en/of voedingsdeficiënties.
Beleid:
Nastreven van voldoende calorische intake, aanpassen van dieet bij onvoldoende calorische
intake en/of groeiachterstand.
Nastreven van een volwaardig dieet, zo nodig aanpassen van dieet door dieetadviezen en/of
suppletie van voedingsmiddelen bij onvolwaardig dieet.
Geven van informatie en adviezen met betrekking tot (toediening van) sondevoeding bij
ernstige voedingsproblemen en bij ziekte.
Koppelt relevante informatie over de bevindingen bij controle terug aan de kinderarts.
3.5
Vaste medebehandelaren: (kinder)fysiotherapeut
Is geïnformeerd door de kinderarts metabole ziekten over PMM2-CDG en de voorgeschiedenis,
huidige omstandigheden en eventuele problemen van de patiënt.
Methode:
Globaal één keer per jaar testen motorisch ontwikkelingsniveau.
Beleid:
Standaard continue begeleiding ter stimulering van motorische ontwikkeling, het verbeteren
van spierkracht en uithoudingsvermogen en het behouden van mobiliteit.
Koppelt relevante informatie over de bevindingen bij controle terug aan de kinderarts.