Oktober 2012
11
de excretie van stikstof via de urine. Het vermogen van de ureumcyclus verbetert door de
beschikbaarheid van arginine.
Dosis l-arginine: < 20kg: 100-300mg/kg/dag, >20kg: 2.5-6g/m2/dag, maximaal 8g/dag.
Natriumbenzoaat en natriumfenylbutyraat
Benzoaat en fenylacetaat conjugeren met de aminozuren glycine en glutamine. De gevormde
producten, hippuraat en fenylacetylglutamine, kunnen via de urine worden uitgescheiden. Glycine
bevat 1 stikstof atoom, glutamine 2, waardoor vorming van ammoniak wordt verminderd. Bij
gebruik van natriumbenzoaat en/of natriumfenylbutyraat moet het serum kalium worden
gecontroleerd ivm het voorkomen van hypokaliëmie door verhoogde renaal kalium verlies. Ivm de
vorming van benzoylcarnitine kan een tekort aan carnitine ontstaan waarvoor suppletie
geïndiceerd is. Ook zijn in de literatuur aanwijzingen dat het gebruik van grote hoeveelheden
natriumfenylbutyraat tekorten kan veroorzaken aan branced aminozuren (BCAA) waardoor
suppletie van BCAA zinvol is. Hiervoor kan men gebruik maken van speciale aminozuur preparaten
(
Scaglia, 2010)(Haeberle et al., 2012).
Dosis: Natriumbenzoaat oraal: tot 250-400 mg/kg/dag, max 12 g/dag.
Natriumfenylbutyraat oraal: <20 kg: ≤ 250 mg/kg/dag, >20kg: ≥5g/m2/dag, max 12 g/dag.
Om bijwerkingen als mucositis of gastritis te voorkomen wordt aangeraden om de medicijnen 4
maal daags gedurende de maaltijd in te nemen met voldoende vocht.
Bij hyperammoniëmie kan ook gekozen worden voor een combinatiepreparaat: Ammonul,
toediening IV dmv een centrale lijn. Deze bevat natriumfenylacetaat en natriumbenzoaat
10%/10%.
Niveau 4
L-arginine is een essentieel aminozuur in alle patiënten met UCD (behalve bij ARG1D) en moet
vanwege de beperkte synthese worden gesuppleerd.
(
Haeberle et al., 2012)
Niveau 4
Serum/plasma waarden van natriumbenzoaat/natriumfenylbutyraat en plasma waarden van
arginine moeten worden gecontroleerd indien hoge of frequent herhaalde dosis wordt gegeven.
(
Haeberle et al., 2012)
Niveau 4
Benzoaat en fenylbutyraat conjugeren met respectievelijk de aminozuren glycine en glutamine
tot hippuraat en fenylacetylglutamine waarna excretie via de urine plaatsvindt. Er zijn geen
dose-finding onderzoeken uitgevoerd. Advies wordt gegeven op basis van biochemische
informatie en expert opinion.
(
Saudubray et al., 2011)
Niveau 4
In sommige patiënten is een hogere dosis nodig van natriumbenzoaat/natriumfenylbutyraat
dan het genoemde advies. De door FDA en EMA goedgekeurde dosis is 450-600mg/kg/dag in
kinderen < 20 kg en >20 kg: 9.9-13 g/m2/dag.
(
Haeberle et al., 2012)
Niveau 4
Zowel natriumbenzoaat als natriumfenylbutyraat zijn veilig bevonden bij gebruik met de
aanbevolen dosering. In veel Europese centra zou natriumbenzoaat de voorkeur hebben, omdat
natriumfenylbutyraat een histone 1,2 deacetylase remmer is waarbij mogelijk, nog onbekende,
lange termijn bijwerkingen kunnen optreden. Ook zijn bij het gebruik van natriumfenylbutyraat
enkele bijwerkingen beschreven (menstruele dysfunctie, verminderde eetlust, onaangename
lichaamsgeur, BCAA depletie).
(
Haeberle et al., 2012) (Scaglia, 2010)