December 2011
14
Beleid:
Optimale metabole instelling door dieetaanpassingen.
Adequate intake van calcium en vitamine D waarborgen door middel van dieetaanpassingen
en zo nodig suppletie.
Skeletproblemen - Gewrichtsklachten
Problemen:
Jicht als gevolg van verhoogd urinezuur gehalte.
Methode:
Anamnese naar gewrichtsklachten en bloed urinezuur gehalte.
Beleid:
Optimaliseren van het dieet.
Bij een persisterend te hoge urinezuur start xanthine oxidase inhibitor: Allopurinol
10
mg/kg/dag in 3dd (max 600mg/dag).
Streven naar hoog-normale waarden urinezuur (0.20-0.35 mmol/L).
Bloedarmoede en -stolling
Problemen:
Bloedarmoede als gevolg van ijzer-, foliumzuur- of vitamine B12–deficiëntie.
Bloedarmoede door hepcidine producerende leveradenomen.
Afwijkende bloedstolling als gevolg van trombocytenaggregatiestoornis, vooral bij matige tot
slechte metabole instelling.
Methode:
Anamnese naar klachten (moeheid / blauwe plekken en bloedneuzen).
Anemie: Hb, MCV, ijzerstatus, vit B12, foliumzuur en hepcidine.
Stolling: bloedingstijd, trombocyten en trombocyten aggregatie.
Beleid:
In geval van ijzergebreksanemie starten ijzersuppletie.
Bij sterk afwijkende bloedstolling optimaliseren metabole instelling door middel van
dieetaanpassingen.
Bij afwijkende bloedingstijd voor operatieve ingreep: corrigeren door verbeteren metabole
instelling dmv continue sondevoeding of glucose infuus, zo nodig trombocytentransfusie.
Hart- en vaatziekten
Problemen:
Hypercholesterolemie en hypertriglyceridemie.
Hypertensie.
Pulmonale hypertensie, vooral na levertransplantatie.
Methode:
Anamnese en lichamelijk onderzoek naar klachten en/of symptomen (xantelasmata).
Tensiecontrole.
(
bij poliklinisch controle)
Cholesterol en triglyceriden bepaling.
(
bij laboratorium onderzoek)
ECG.
(
bij jaarlijkse evaluatie)
Beleid:
Optimaliseren dieetbehandeling.
Bij hypercholesterolemie (>8-10 mmol/L): overweeg intensiever dieet.
Bij hypertriglyceridemie (>10 mmol/L), ondanks dieetaanpassingen gedurende 3 maanden:
start fibraten.
Bij hypertensie (tensie > p 95): start antihypertensiva (naast ACE-remmer) met als
streefwaard voor een tensie p 50.
Bij pulmonale hypertensie doorverwijzen naar een gespecialiseerd cardiologische centrum.