December 2011
23
Beleid:
Bij complicatie van leveradenomen (bloeding, mechanische klachten) en verdenking
maligniteit overwegen partiële leverresectie of levertransplantatie.
Bij een snelle groei of een toename in aantal adenomen moet er een betere metabole
instelling worden nagestreefd.
Doorverwijzing:
Bij indicatie partiële leverresectie of levertransplantatie overweeg doorverwijzing naar
centrum voor hepatobilaire chirurgie.
Nierproblemen
Problemen:
Nierfunctiestoornis: hyperfiltratie → microalbuminurie → proteïnurie → nierfalen.
Niertubulusstoornis: hypercalciurie / hypocitraturie
nefrocalcinosis / nefrolithiasis.
Methode:
Tensie meting
(
bij poliklinische controle)
Bij laboratorium onderzoek:
Bloedonderzoek: kreatinine, ureum, lactaat, urinezuur en bloedgas.
Urine: sediment en microalbumine, eiwit, kreatinine, calcium en citraat.
Bij jaarlijkse evaluatie:
Echo nieren: grootte, calcificaties, stenen.
(
indien geen afwijkingen kan 1x per 2 a 3
jaar worden overwogen).
Nierfunctie onderzoek: GFR-bepaling d.m.v. isotopen onderzoek.
Beleid:
Bij hypercalciurie en/of hypocitraturie: optimaliseren dieetbehandeling.
Bij microalbuminurie, optimaliseren dieetbehandeling en bij persisteren overweeg start ACE-
remmer of angiotensine II receptor antagonist. Urine controle globaal 4x per jaar.
Let op: geen gebruik ATII –antagonist gebruik tijdens zwangerschap ivm teratogenese.
Bij hypertensie (tensie >140/90 mmHg) extra bloeddrukverlagende middelen starten, met
een streven naar een tensie < 130/85 mmHg).
Bij microalbuminurie/proteïnurie let op eiwitintake, steef naar 1g/kg (uitgaande van normaal
gewicht).
Bij eindstadium nierfalen start (hemo)dialyse en niertransplantatie.
Doorverwijzing:
Op indicatie overleg met nefroloog.
Bij progressief nierfalen overweeg doorverwijzen naar nefroloog.
Bij indicatie voor niertransplantatie overweeg doorverwijzen naar een gespecialiseerd
centrum voor niertransplantaties.
Skeletproblemen - Botmassa
Probleem:
Verminderde botmatrixvorming en verminderde botmineralisatie.
Risico op osteoporose en osteopenie.
Methode:
DEXA-scan: globaal elke 2-5 jaar
Interpretatie: volgens CBO richtlijn osteoporose.
Beleid:
Optimale metabole instelling, voor betere botopbouw en mineralisatie, door middel van
dieetaanpassingen.
Adequate intake van calcium en vitamine D waarborgen door middel van dieetaanpassingen
en zo nodig suppletie.
Bij osteoporose: overwegen bisfosfonaten.