December 2011
24
Skeletproblemen - Gewrichtsklachten
Problemen:
Jicht als gevolg van verhoogd urinezuur gehalte.
Methode:
Anamnese naar gewrichtsklachten en bloed urinezuur gehalte.
Beleid:
Optimaliseren van het dieet.
Bij een persisterend te hoge urinezuur start xanthine oxidase inhibitor; Allopurinol 100-
200
mg/dag in 1-2 dd (max 900mg).
Streven naar hoog-normale waarden urinezuur (0.30-0.45 mmol/L).
Bloedarmoede en -stolling
Problemen:
Bloedarmoede als gevolg van ijzer-, foliumzuur- of vitamine B12-deficiëntie.
Bloedarmoede door hepcidine producerende leveradenomen.
Afwijkende bloedstolling als gevolg van trombocytenaggregatiestoornis, vooral bij matige tot
slechte metabole instelling.
Acute Hb-daling, bijvoorbeeld bij bloeding in een adenoom.
Methode:
Anamnese naar klachten (moeheid / blauwe plekken en bloedneuzen).
Bij klachten overweeg aanvullend onderzoek:
Anemie: Hb, MCV, ijzerstatus, vit B12, foliumzuur en hepcidine.
Stolling: bloedingstijd, trombocyten en trombocytenaggregatie.
Beleid:
In geval van ijzergebreksanemie starten ijzersuppletie .
Bij onvoldoende effect ijzertherapie echo abdomen (leveradenomen).
Bij sterk afwijkende bloedstolling optimaliseren metabole instelling.
Bij afwijkende bloedingstijd voor operatieve ingreep: corrigeren door verbeteren metabole
instelling dmv continue sondevoeding of glucose infuus, zo nodig trombocytentransfusie.
Hart- en vaatziekten
Problemen:
Hypercholesterolemie en hypertriglyceridemie.
Hypertensie.
Pulmonale hypertensie.
Methode:
Anamnese en lichamelijk onderzoek naar klachten en/of symptomen (xantelasmata).
Tensiecontrole
(
bij poliklinisch controle)
Cholesterol en triglyceriden bepaling.
(
bij laboratorium onderzoek)
ECG
(
globaal 1 x per 3 jaar)
Echo cor
(
op indicatie)
Beleid:
Optimaliseren dieetbehandeling.
Bij hypercholesterolemie (>8-10 mmol/L): overweeg intensieve dieetaanpassingen.
Bij hypertriglyceridemie (10 mmol/L) ondanks dieetaanpassingen gedurende 3 maanden:
start fibraten (vooral bij combinatie met nierfalen).
Bij hypertensie (tensie >140/90 mmHg): start antihypertensiva (naast ACE-remmer), met als
streven een tensie < 130/80 mmHg.
Bij pulmonale hypertensie: overweeg doorverwijzen naar een gespecialiseerd cardiologische
centrum.