December 2011
25
Cognitie en sociale vaardigheid
•
Problemen:
○
Mogelijk verminderd cognitief functioneren als gevolg van cerebrale schade na
doorgemaakte ernstige hypoglycemie.
○
De sociale vaardigheden kunnen afwijkend zijn als gevolg van de chronische ziekte.
•
Methode:
○
Anamnese van de patiënt en observatie van het gedrag.
•
Doorverwijzing:
○
Bij verminderd cognitief functioneren eventueel doorverwijzen naar psycholoog of
maatschappelijk werk voor begeleiding en ondersteuning.
Fertiliteit en graviditeit
•
Problemen:
○
Vertraagde, maar normaal verlopende, puberteit.
○
Verhoogd risico op polycysteuze ovaria (PCO), maar normale fertiliteit.
○
Tijdens zwangerschap verhoogd risico op hypoglycemie, slechte metabole instelling,
hypertriglyceridemie, verhoogd urinezuur gehalte, hyperlactatemie en toename
leveradenomen.
○
Teratogene effecten van eventuele medicatie
○
Klein verhoogd risico op toename leveradenomen a.g.v. oestrogenen bij
anticonceptiegebruik
○
Menorrhagie tgv gestoorde stolling.
•
Beleid:
○
Adviezen met betrekking tot zwangerschapswens.
-
Ontraden van graviditeit bij ernstige nierfunctiestoornissen.
-
Resectie van leveradenoom ≥ 5 cm bij zwangerschapswens, in verband met risico op
ruptuur van het adenoom.
-
Nastreven optimale metabole controle bij zwangerschapswens.
-
Evaluatie medicatie gebruik door internist en gynaecoloog.
○
Adviezen met betrekking tot de graviditeit:
-
Standaard begeleiding door gynaecoloog.
-
Regelmatig bloedglucose controle, follow-up biochemische waarden en lactaat.
-
Aanpassen van dieet aan veranderde metabole situatie.
-
Controle en corrigeren stolling voor de partus.
-
Evaluatie medicatie gebruik door internist en gynaecoloog.
○
Adviezen met betrekking tot de partus.
-
Standaard begeleiding door gynaecoloog.
-
Glucose intake garanderen voor tijdens en na partus dmv glucose infuus of continue
sondevoeding.
-
Regelmatig controle bloedglucose, pH en/of lactaat.
○
Bijzonderheden rondom borstvoeding.
-
Borstvoeding is toegestaan bij een adequate koolhydraat intake.
-
Evaluatie medicatie gebruik door internist, gynaecoloog en zo nodig kinderarts.
○
Overige problemen.
-
Begeleiding tijdens postnatale periode (ontzwangeren).
-
Bij menorrhagieën controleer de bloedstolling en verwijs naar de gynaecoloog voor
begeleiding en behandeling.
-
Orale anticonceptie: alleen progestagenen. Eventueel begeleiding en behandeling door
de gynaecoloog.