Oktober 2012
8
1.
Mildere mutatie met nog enige rest enzymactiviteit.
2.
Gunstige externe omstandigheden zoals het uitblijven van: lang vasten, eiwit overbelasting
en/of katabolisme.
Symptomen:
Voedingsproblemen, braken, failure to thrive, chronische neurologische problemen
(
gedragsstoornissen), intermitterende episodes van encefalopathie met lethargie, ataxie en
epilepsie.
Vanwege de aspecifieke klachten kan vertraging optreden tot het stellen van de diagnose. Soms
wordt de diagnose pas gesteld na het optreden van een encefalopathie met daarbij een
progressieve ontwikkelingsachterstand of tijdens een acute ontregeling.
Adolescenten en volwassenen
Presentatie bij adolescenten of volwassen wordt vaak gekenmerkt door chronische neurologische
en psychiatrische problemen, soms ook met gastrolintestinale klachten (misselijkheid, aversie voor
eiwitrijke producten zoals vlees). Op iedere leeftijd kan (sub)acute verslechtering van de
neurologische functie optreden, soms gevolgd door coma.
Symptomen:
Chronische neurologische- en psychiatrische symptomen: gedragsproblemen, intermitterende
episodes van desoriëntatie, lethargie, psychosen, herhaaldelijk encefalopathie meestal
geassocieerd met hoge eiwitinname, stress of katabolisme (bij vasten of infectie).
Laboratorium bevindingen bij presentatie:
Hyperammoniëmie met aanvankelijk vaak respiratoire alkalose. Soms milde acidose bij respiratoire
en circulatoire insufficiëntie. Echter niet vergelijkbaar met acidose bij stoornissen in het
metabolisme van de organische zuren. Bij intermitterende klachten kan het plasma-ammoniak
genormaliseerd zijn in klachtenvrije perioden.
2.2
Diagnostiek
Bij hyperammoniëmie:
Bloed:
Ammoniak, vervolgen in het kader van behandeling.
Bloedgas analyse, elektrolyten, lactaat, glucose, ASAT, ALAT, albumine, stolling, plasma
aminozuren (glutamine), vrije carnitine en acylcarnitine profiel.
Urine: urine orootzuur, organische zuren en aminozuren.
Niveau 3
In een onderzoek onder 177 patiënten met een ureumcyclusdefect (UCD) worden 23 patiënten
met CPS1D beschreven. 83% Van hen presenteerde zich op neonatale leeftijd tov 13% op late
leeftijd (van 4% is het moment van presentatie onbekend).
(
Kido et al., 2011)
Niveau 2
Van de neonaten met een acute presentatie van UCD is bij 50% respiratoire alkalose aanwezig.
(
Nassogne et al., 2005)
Niveau 3
De mate van onomkeerbare hersenschade door hyperammoniëmie is afhankelijk van de
hersenrijping, de hoogte en duur van ammoniak blootstelling. Ernstige hersenschade wordt dus
met name gezien bij langdurige hyperammoniëmie met serumammoniak waarden ≥180 μmol/l
in de eerste twee levensjaren.
(
Braissant, 2010;Iyer et al., 2012;Kido et al., 2011)