Februari 2012
12
Per-operatief:
-
Waarborgen glucose intake (infuus).
-
Controleren CK en glucose.
Post-operatief:
-
Katabolisme voorkomen.
-
Voorkomen van stress door adequate pijnstilling.
-
Controleren CK en glucose.
Anesthesie: Vermijden gasanesthetica indien mogelijk. Vermijd lange keten vetzuur
bevattende anesthesie (propofol en etomidate).
Cognitieve ontwikkeling
Problemen:
Cognitieve ontwikkelingsachterstand als gevolg van doorgemaakte hypoglycemie,
hyperammoniëmie en/of encefalopathie.
Bij goede metabole instelling zonder de hierboven genoemde problemen is een normale
cognitieve ontwikkeling te verwachten.
Sociale ontwikkeling kan achterlopen als gevolg van chronische ziekte en intensief dieet.
Methode:
Anamnese van patiënt en/of ouders.
Observatie van de patiënt tijdens poliklinische controle.
Beleid:
Bij (verdenking) cognitieve achterstand doorverwijzing naar kinderpsycholoog voor
aanvullend onderzoek en zo nodig begeleiding.
Spier problemen
Problemen:
Spierzwakte, spierpijn en/of spierafbraak bij infectie (koorts), langdurige inspanning of
vasten.
Inspanningsintolerantie.
Verminderde spierkracht.
Hypotonie.
Methode:
Jaarlijkse evaluatie door kinderfysiotherapeut en kinderneuroloog in academisch centrum.
Cardiale problemen
Problemen:
Hypertrofische cardiomyopathie (met of zonder pericard effusie).
Risico op hartritmestoornissen.
Methode:
Globaal één à twee jaarlijkse evaluatie bij cardioloog in academisch centrum. Op indicatie
frequenter.
Oog problemen
Problemen:
Gezichtsveld uitval, verminderd kleuren zien, verminderd zicht in het donker en
uiteindelijke visusverlies als gevolg van irreversibele retinopathie.
Methode:
Jaarlijkse controle bij een oogarts in een academisch centrum.
Elektroretinografie (ERG).
Controleren op DHA-deficiëntie en zo nodig suppleren.