21
ndje?
porties (bolus), verdeeld over de dag, worden gegeven, of als een
continue voeding overdag en/of de nacht. Een combinatie is even-
eens mogelijk. De sondevoeding kan langzaam inlopen op de
zwaartekracht (zgn. hevelen), met een spuit worden ingespoten of
druppelsgewijs worden gegeven met behulp van een voedings-
pomp.
De plaats van de sonde is mede bepalend voor de toedienings-
wijze van de voeding. Voeden in de dunne darm is altijd in de vorm
van een continue dripvoeding, omdat de functie van de maag is
weggevallen.
De keuze van de voeding, voedingspomp en materialen gebeurt
door samenwerking van diëtist en verpleegkundige en in overleg
met ouders. Voeding en materialen worden vergoed door de
zorgverzekeraar.
Het blijft maatwerk om de juiste sondevoeding te kiezen en in
overleg met de patiënt / zijn verzorgers het individuele voedings-
plan op te stellen. Aan de hand van gewicht, lengte, laborato-
riumwaarden en tolerantie wordt het dieetadvies geëvalueerd en
zo nodig aangepast.
Dorine van den Hurk en Irene Kok
Diëtisten kindergeneeskunde, Wilhelmina Kinderziekenhuis,
UMC Utrecht
behorende risico’s. Daarnaast kan zich wild vlees vorm rondom de
insteekplaats van de PEG met kans op lekkage. De keuze van de
toedieningsroute kan tevens bepaald worden door de medische
diagnose. Bijvoorbeeld bij patiënten met glycogeen stapelings-
ziekte type 1B wordt het plaatsen van een PEG afgeraden, omdat
dit bij hen vaker gepaard gaat met ernstige ontstekingen.
Mocht de PEG na een bepaalde periode niet meer worden
gebruikt, dan kan deze ook weer worden verwijderd.
Sondevoeding
Het starten van sondevoeding kan zowel in het ziekenhuis als
thuis plaatsvinden. Een gespecialiseerd verpleegkundige van de
thuiszorg kan hierbij een rol spelen. Ouders kunnen zelf leren hoe
de sonde geplaatst moet worden, zodat bij vervanging van de
sonde (eens per zes weken) of bij onverhoopt uittrekken van de
sonde, hier geen zorgverlener voor nodig is.
Wanneer het gaat om een PEG geldt voor kinderen veelal dat
deze tijdens een korte opname wordt geplaatst. Bij volwassenen
kan deze ingreep ook poliklinisch plaatsvinden.
Sondevoeding is een kunstmatige, vloeibare voeding met uitge-
balanceerde hoeveelheden eiwitten, vetten, koolhydraten aan-
gevuld met vitamines en mineralen. Er is een enorm aanbod van
(kant-en-klare) sondevoedingen door verschillende fabrikanten.
Hierin kan onderscheid gemaakt worden in leeftijdscategorie
(zuigeling, jonge kinderen, schoolkinderen en volwassenen),
hoeveelheid energie (calorieën) en de aan- of afwezigheid van voe-
dingsvezel. Daarnaast zijn er ook (kant-en-klare) sondevoedingen
voor patiënten met verteringsstoornis of allergie.
Voor stofwisselingsziekten waarbij een afwijkende hoeveelheid
voedingsstoffen gegeven moet worden (bijv. eiwitbeperking),
bestaat er niet altijd een kant-en-klare sondevoeding. In deze
situatie wordt de sondevoeding, op voorschrift van de diëtist,
samengesteld met verschillende dieetpreparaten.
Toedieningswijze
De toedieningswijze van de sondevoeding kan heel divers zijn en
wordt afgestemd op de individuele patiënt. De voeding kan in
Neusmaagsonde
Indien met aanpassingen van de
voeding het gewenste effect niet
wordt behaald, dan kan er gekozen
worden voor dieetpreparaten