Mei 2016
20
Beleid:
De kinderneuroloog spreekt af met de patiënt en/of ouders wanneer de uitslagen van het
laboratorium met hen worden besproken.
In geval van prikangst extra begeleiding door pedagogisch medewerker inschakelen.
De kinderneuroloog stelt zich bij de poliklinische controles op de hoogte van het beloop van de
ziekte en de gevolgen daarvan voor de patiënt. Hierbij zijn de volgende aandachtspunten aan van
belang:
Epileptische insulten
Methode:
o
Anamnese en EEG.
Beleid:
o
Overwegen anti-convulsieve therapie of aanpassen anti-convulsieve therapie.
Doorverwijzing
o
Naar epilepsieverpleegkundige voor specifieke begeleiding met betrekking tot epilepsie.
Dysarthrie
Methode:
o
Inventarisatie ernst en last
Beleid:
o
Doorverwijzing naar logopedie en follow up
Doorverwijzing
o
Logopedie
Dysfagie en slikklachten
Methode:
o
Inventarisatie ernst en last.
Beleid:
o
Overweeg voedingsaanpassingen(consistentie) en/of sondevoeding.
Doorverwijzing
o
Dysfagie doorverwijzen naar MDL-arts en/of diëtist voor inventarisatie voedingstoestand.
o
Consult logopedie voor slikonderzoek/flexibele endoscopische evaluatie van het slikken
(FEES) en zo nodig verwijzing naar KNO-arts.
Dieetmaatregelen
Methode:
o
Anamnese over eventuele problemen met het dieet en/of eetproblemen.
Beleid:
o
Geven van informatie met betrekking tot het ziektebeeld en dieet.
o
Bespreken van de laboratorium uitslagen van afgelopen periode.
o
Begeleiden van de patiënt bij psychosociale kwesties met betrekking tot het dieet (kennis
geven over het dieet, keuze mogelijkheden aanbieden wat betreft het dieet).
Doorverwijzing:
o
Standaard intensieve begeleiding door de diëtist.
o
Bij eetproblemen overwegen doorverwijzing naar (kinder)psycholoog voor verdere
begeleiding.
Gehoorproblemen
Methode:
o
Anamnese en lichamelijk onderzoek.
